VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

OM seponeert: bank moet vermeldingen in incidentenregister heroverwegen

Geplaatst op: 29-04-2019, 14:50:02

Een alleenstaande moeder die een persoonlijke lening aanvroeg en daarbij het rekeningnummer van haar minderjarige zoon opgaf, werd daarvoor opgenomen in de incidentenregisters. Kredietverstrekker DEFAM deed daarnaast ook aangifte van de valsheid in geschrifte. Het OM besloot niet te vervolgen wegens gebrek aan bewijs. De vrouw eiste daarop dat haar vermelding bij de frauderegisters werd geschrapt. DEFAM weigerde, maar moet na tussenkomst van Kifid bakzeil halen.

De vrouw vroeg in 2016 een lening aan van 7.500 euro. Na controle bleek het rekeningnummer niet van haarzelf te zijn, maar van haar minderjarige zoon. Zij had als enige wettelijke vertegenwoordiger de beschikking over de rekening. DEFAM registreerde haar in de registers en deed aangifte. Het OM besloot echter na bestudering van de stukken dat er onvoldoende en overtuigend bewijs was om tot vervolging over te gaan.

Betrokkenheid

De zaak wordt geseponeerd, maar voor DEFAM is dat geen reden om de registraties te verwijderen. “Uit de beschikking blijkt echter niet op welk incident het sepot van toepassing is. De betekenis van een sepot is dat er wordt besloten de strafzaak terzijde te leggen en niet verder te vervolgen. Meestal is dit in verband met onvoldoende bewijs. Onvoldoende bewijs wil echter niet zeggen dat er geen betrokkenheid van u is geweest bij het doen van de betreffende frauduleuze kredietaanvraag”, schrijft DEFAM aan de vrouw.

De kredietverstrekker geeft wel aan waarom zij wel menen dat er overtuigend bewijs is. “Uit ons onderzoek is gebleken dat de gelden van het aangevraagde krediet uitbetaald hadden moeten worden ten gunste van rekening (…) De ING Bank heeft bevestigd dat u de enige Wettelijke Vertegenwoordiger op deze rekening was. Hieruit blijkt dat u als enige voordeel zou hebben behaald uit kredietverstrekking op basis van vervalste documenten.”

Huis

De vrouw zit met de registratie in haar maag, omdat ze ondanks voldoende inkomen geen huis kan kopen. Bij Kifid eist ze dat de vermelding alsnog verwijderd wordt. De geschillencommissie geeft haar gelijk. Hoewel de verdenking voor het seponeren voldoende was voor een registratie, is die situatie gewijzigd na het besluit van het OM.

Te licht

Het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen schrijft voor dat de fraude in voldoende mate moet vaststaan. Omdat het OM de feiten gewogen en te licht bevonden heeft, kan de bank er niet meer vanuit gaan dat er sprake is van een zwaardere verdenking dan een redelijk vermoeden van schuld. Alleen een verwijzing naar eerder ingenomen standpunten is volgens de commissie onvoldoende. De registrerende partij moet daarom de inschrijving heroverwegen.

In het geval van DEFAM moet de registratie binnen vier weken zijn verwijderd. De uitspraak is bindend.

Bron: bijdrage van Bart van de Laak van 18 april 2019 op www.amweb.nl              

Vorige pagina